Jeugd Stuur Commando

De onderstaande stuur commando's zijn te gebruiken in goed stuurmanskunst..

(dus weten welk commando op welk moment, en met inzicht in het kunnen van de bemanning)

(onderstaande commando's komen uit ...theorieboek_sturen)

Instappen

"Klaarmaken om in te stappen..."

"...instappen gelijk... één...", "...twee...", "...en drie."

"Overslagen dicht."

"Handen aan het vlot."

"Stuur stapt in."

Het wegduwen van de boot uit de kant

"Uitzetten gelijk..."

"...nu."

Loskomen van de kant

"Slippend aan bakboord/stuurboord"

"...nu..."

("Volg de slag")

"...en bedankt (voor slippend strijken)."

("Boegen graag X klapjes over Bakboord / Stuurboord."

"...en bedankt...")

Aanleggen van de boot aan het vlot

"We gaan aanleggen aan bakboord/stuurboord..."

"...Light Paddle..."

"...we naderen het vlot..."

"Laat lopen"

"Pas op de riemen aan bakboord/stuurboord"

"...riemen aan bakboord/stuurboord hoog..."

("...boeg kijkt mee...")

"Stuurboord/ bakboord houden" (om de boot bij te draaien)

Uitstappen

"Handen aan het vlot."

"Stuur stapt uit."

"Overslagen (waterzijde) losmaken.."

"Klaarmaken voor uitstappen..."

"...uitstappen gelijk... één...", "twee..", "en drie."

"Riemen (waterzijde) meenemen...."

Beginnen met roeien

"Slagklaar maken..."

"...slagklaar..."

"... af."

Doorgaan met roeien (terwijl er nog vaart is)

"En pak maar weer op."

Het roeien onderbreken

"Laat... lopen"

"bedankt"

Stoppen van de boot op het water

"Vast roeien (beide boorden)......"

"...en houden (beide boorden)..."

"...bedankt (houden beide boorden)."

Het maken van een noodstop

"Noodstop nu..."

"...en bedankt."

Het maken van bochten op het water

"Bakboord best" / "Stuurboord sterk"

"Bedankt (voor Bakboord best / stuurboord sterk..)"

"Beide boorden gelijk."

Het ronden op het water

"Laat... lopen"

"vast roeien op Bakboord / Stuurboord"

"Houden over Bakboord / Stuurboord"

("overhellen naar Bakboord / Stuurboord")

"Klaarmaken om te ronden over Bakboord / Stuurboord"

"Ronden nu...."

("Boeg kijkt mee....")

("strijk - haal - strijk - haal - strijk - haal") om de ronding soepel te laten lopen.

"Bedankt voor ronden over bakboord / stuurboord..."

Strijken (achteruitroeien)

"Klaar maken om te strijken.."

"...nu...”

"Bedankt (voor strijken).."

Obstakels vermijden

"Let op de riemen aan bakboord/stuurboord/beide boorden..."

"...en bedankt (let op de riemen)."

Nauwe doorgang (engte) (Vallen alleen in combinatie mogelijk met slippen beide boorden)

"We naderen een brug (we kunnen er wel / niet vallend onderdoor"

"klaarmaken om te slippen. Bakboord / Stuurboord / Beide boorden.."

("Vijf, Vier, Drie, Twee , Laatste slag , Één")

"...laat... lopen..."

"slippen (Bakboord / Stuurboord / Beide boorden) gelijk... nu..."

"... pas op de riemen (aan bakboord/stuurboord)..."

"...riemen uitbrengen, wanneer het kan."

("Boeg pakt 'm op") / “En pak maar weer op.” (afhankelijk van vaart)